Carla Hudepohl

Als een leeuwin hing ik boven hem en moest ik redden wat er te redden viel, niet wetende dat ik mijzelf hier compleet in verloor, met mijn gezin erbij.

Mijn leven
Ik ben Carla, geboren in 1962 en woon in Meppel en heb drie kinderen die allemaal zijn uitgevlogen. Ik werk in een verpleeghuis in Vollenhove, en als family counselor en interventionist bij Herstelbroeders. 

Verslaving in mijn leven
Ik kom uit een gezin van vier kinderen waarvan ik de jongste ben. Op tien jarige leeftijd ben ik verhuisd van Hengelo(Ov.) naar Meppel. Mijn eerste ervaring met verslaving was dat ik mijn vader die na een fles port te hebben genuttigd nogal boos wakker werd. Hij zag dingen die wij niet zagen. Dat was een angstige beleving voor mij en ik had mijn vader nooit zo gezien. Mijn moeder zei: “ hij heeft een beetje teveel gedronken”. Mijn moeder wist het altijd met de mantel der liefde te bedekken.

DSC01818

Het woord verslaafd en/of alcoholist bestond niet in ons gezin, maar een beetje teveel gedronken wel. Zelfs als hij na de kroeg weer in de auto stapt en niet meer uit de auto kon komen en daar in slaap viel, bleef het bij: ‘’hij drinkt iets teveel”. Een alcoholist was toch iemand die dakloos was en niet meer kon werken. En zo heb ik dat in mijn leven als de “waarheid” aanschouwt.

Als er weer eens ruzie ontstond tijdens het eten, vluchtte ik naar boven en leefde ik in mijn eigen bubbel. Dit stond mijn ontwikkeling erg in de weg, laat staan mijn eigen identiteit. In mijn pubertijd werd het lastig. Je zit soms niet lekker in je vel, op school moet je presteren en dan ook nog de sociale druk van vrienden. Als jong kind kan je niet bedenken dat iemand anders daar iets aan moet doen. Je probeert het zelf op te lossen, maar dat kan helemaal niet, want het probleem ligt niet bij mij. Het begon bij mijn ouders. Dit verantwoordelijkheidsgevoel is enorm. Dat gevoel heb ik vele jaren mee genomen in mijn leven.

Op 19-jarige leeftijd ben ik het huis uitgegaan en gaan samenwonen met mijn toenmalige man. Daar zijn drie kinderen uit voortgekomen. Ik dacht dit ga ik anders doen, maar niets was minder waar. Ik kreeg rond mijn 39ste het gevoel dat ik enorm vastliep met mezelf. Ik ben gaan scheiden om mijn eigen pad te belopen en dit ging niet zonder slag of stoot. Hier hebben mijn drie kinderen een behoorlijke klap van opgelopen en gingen hier allemaal op hun eigen manier mee om, zo ook mijn oudste zoon Martijn.

Bij Martijn uitte dat zich in alcohol en cocaïne. Ik was de laatste die wist dat mijn zoon een probleem had met drugs. Het zal wel de leeftijd zijn, hij gaat even door een moeilijke periode heen i.v.m. de scheiding, het hoort bij de jeugd, en ja zelfs dat ik zei: ‘’ hij drinkt iets teveel’’. Soms besprak ik wel met hem dat ik me zorgen maakte, maar kreeg een steevast antwoord: ‘Jij drinkt toch ook of ik heb geen probleem maar jij hebt een probleem’. Twijfels en gevoelens van onmacht stapelden zich op. Allemaal gedachtes die de ontkenningsfase vormde. Ik wilde gewoon niet geloven dat mijn zoon een probleem had.

Er kwam een moment dat ik moest erkennen dat hij een probleem had. Vanaf dat moment hing ik als een leeuwin boven hem en moest ik redden wat er te redden viel, niet wetende dat ik mijzelf hier compleet in verloor, met mijn gezin erbij. Ik liet alles links liggen wat goed voor me was en was alleen nog maar bezig met mijn oudste zoon. Alles draaide om hem, de rest kon ik er niet meer bij hebben. Ik was verslaafd aan mijn zoon.

Mijn complete structuur was beschadigd, crisis volgt op crisis. Het was een woud van machteloosheid. Mijn stressfactor werd steeds hoger, want ik moest het probleem oplossen. Ik had gefaald als moeder en moest mijn kind redden van de ondergang. Het was zo erg dat een ieder van ons gezin vluchtte om op hun eigen manier hiermee om te gaan. Mijn andere kinderen vluchtten naar de slaapkamer, gingen steeds vaker slapen bij vrienden en zelfs eerder het huis uit.

Op het moment dat mijn zoon erkende dat hij verslaafd was, ging hij in herstel. Als het met mijn zoon maar goed gaat, dan gaat het met mij ook goed. Maar ik bleef hem controleren en was vreselijk bang voor een terugval, dat stukje controle kon ik niet loslaten. Eigenlijk draaide alles nog steeds om hem. Met mijn zoon ging het heel goed, maar met mij niet. Ik zag hoe stuurloos mijn leven was geworden. Een jaar later kwam ik in aanraking met het naastenprogramma, het programma leerde me dat verslaving een familieziekte is en dat je mee gaat in zijn gedrag. Dat was een enorme eyeopener. Het leerde mij dat herstel ook voor naasten geldt. Toen begon het proces voor mij.

Ik heb mezelf vergeven dat ik niet weet wat ik niet deed, voordat ik het leerde.
Ik sta weer in mijn kracht door grenzen te stellen. Grenzen stellen betekent dat je de moed hebt om van jezelf te houden. Dat is de kracht van family-counseling. Wil je meer weten? Neem gerust contact met mij op.

Als je geen controle hebt over wat er gebeurt, daag jezelf dan uit om te bepalen hoe je reageert op wat er gebeurt. Daar zit je kracht.

 

Mail ons

Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met je op.

info@herstelbroeders.nl

Bel ons

Wij zijn direct bereikbaar.

085-0041581

App ons

Wij zijn 24/7 bereikbaar, ook voor noodgevallen.