De duistere kant van mijn duivelse cocaïneverslaving
Ik word helemaal paranoia van het snuiven, gebeurt dit echt?
In de van Dale staat paranoia omschreven als: ‘’Geestesziekte die gepaard gaat met hallucinaties, grootheidswaan en ziekelijke achterdocht’’. Dit omschrijft akelig precies wat er met mij gebeurde in mijn laatste fase van actief gebruik en daarom deel ik graag met jullie hoe deze uiterst duistere periode in mijn leven was.
In mijn laatste jaren van mijn cocaïneverslaving was ik onder invloed volledig de weg kwijt. Ik had op de meeste deuren dubbele sloten, vaak met de sleutel in het slot, want ik was bang dat mensen binnen zouden komen. In die tijd kwamen ook de hallucinaties. Ze werden steeds erger en ze volgden elkaar in rap tempo op.
Zo had ik alle gordijnen en luxaflex voor de ramen potdicht zitten, omdat ik dacht dat ze mij in de gaten aan het houden waren. Wie vraag je je dan af? Haha, ja wie? De buren, mijn familie, de politie. Ik was ervan overtuigd dat ze op een afstand met verrekijkers aan het spotten waren om te kijken wat ik aan het uitspoken was. Wat een waanzin.
Ik had mij in mijn laatste jaar van gebruik laten afglijden naar een niveau die ik mijn ergste vijand nog niet zou wensen. En toch kon ik het gevoel en de overtuiging dat ze MIJ in de gaten hielden niet loslaten of tegenhouden. Urenlang keek ik door een kier onder de luxaflex door wat er zich buiten mijn huis allemaal afspeelde. Vrij weinig kan ik je vertellen en het moge duidelijk zijn, dat ik compleet de weg kwijt was. Toch was het de dag erna nog geen reden om niet meer te gebruiken. Diezelfde avond nog zouden zich soortgelijke taferelen afspelen. De eenzaamheid en de leegte van de volgende ochtend waren ongekend. Wat was er gebeurd met mijn gezond verstand? En mijn wilskracht? Ik had hier geen antwoord meer op.
Waar was dit begonnen? Ik herinner me nog dat een vriend van me begon met het rare gedrag om steeds maar door het raam heen te gluren met een verschrokken blik. Die blik, alsof hij op de vlucht was omdat hij een moord had gepleegd. ‘’Ga eens rustig zitten man, mafkees!’’ zei ik dan. Niet wetende, dat niet veel langer daarna ik hetzelfde gedrag ging vertonen. Alsof hij het als een besmettelijk virus aan mij had doorgegeven. Het ging van kwaad tot erger.
Ik weet nog goed dat ik een keer zo aan het hallucineren was, dat ik overal beestjes uit het hout zag kruipen. Urenlang, misschien wel dagenlang heb ik in de waan gezeten, dat beestjes mijn huis aan het opeten waren. Ik was ervan overtuigd dat ik houtworm in huis had, en wel de meest agressieve vorm. Uiteindelijk ongediertebestrijding gebeld. Geen beestje te zien, helemaal niks. Wat moet ie wel niet gedacht hebben? Haha, gelukkig kan ik er nu om lachen, maar het is natuurlijk in en intriest dat een 27-jarige jongen zo verzonken is geraakt in een moeras van verslaving.
Achteraf gezien, mocht ik leren, dat vrijwel iedere verslaafde op een bepaald punt in zijn gebruik, afglijdt naar een toestand, waarin zelfs het sterkste verlangen om te stoppen niet meer baat. Deze tragische toestand is in vrijwel ieder geval allang bereikt, voordat je het zelf doorhebt. Zo ook bij mij. Heb je geen dingen geprobeerd om uit je verslaving te komen? Hoor ik je denken? Ja, natuurlijk wel. Heel veel dingen geprobeerd, maar niet de juiste. Het waren alleen maar dingen op eigen kracht en buiten mezelf. Een inspirerend boek lezen, veranderen van middel, omgeving, baan etc. ik kan deze lijst nog oneindig aanvullen. Maar om hulp vragen om mijn verslaving een halt toe te roepen, dat was niks voor mij, dat was alleen iets voor verslaafden. Dat waren de gasten met een Albert Heijn tas, gevuld met halve liters bier in blik, in het park, slapend op een bankje. Of de junk, liggend onder een brug, met een spuit in zijn arm. Dat was mijn beeld bij een verslaafde en ik denk van nog steeds heel veel mensen. Daardoor moest ook ik eerst alles (bijna) kwijtraken om echt tot besef te komen, dat ik verslaafd ben.
Gelukkig kwam dit moment en heb ik voor het eerst in mijn leven om hulp gevraagd, voor mezelf. Niet voor mijn ouders, niet voor mijn zusjes en broertje, niet voor de buurman, maar voor Martijn. Ik kwam in contact met iemand die mijn verhaal vertelde. Voor het eerst sprak ik iemand, die wist hoe ik me voelde, hoe ik me gedroeg en hij kon dit zonder schaamte en schuld vertellen. En misschien nog wel belangrijker… Hij had een oplossing! Hij kon mij van het duister naar het licht brengen, van het duivelse naar het hemelse. Ik moest alleen wel wat ingrediënten meebrengen: openheid, eerlijkheid en bereidwilligheid. Er was maar 1 ding wat ik moest veranderen volgens hem: ALLES.
Nu, bijna 4 jaren verder, kan ik met veel dankbaarheid zeggen dat ik het licht heb gezien, gevonden en dat ik het niet meer loslaat. Vandaag de dag heb ik gelukkig weer een keuze en kan ik zeggen dat mijn grootste teleurstelling mijn grootste zegening is geworden. No fucking way dat ik nog terug ga naar dat duistere hol, waar de duivelse cocaïne mij direct weer naartoe brengt als ik dat eerste lijntje weer oppak!