Op zoek naar mezelf
Jarenlang was ik vurig op zoek naar mijn plek in deze wereld. Ik voelde me een wees. Verlaten en verloren. Niemand gaf echt om mij dacht ik. Ik miste vanaf jongs af aan de liefde en aandacht van mijn ouders waar ik zo naar hunkerde. Op jonge leeftijd probeerde ik de aandacht te krijgen door overal de beste in te willen zijn. Op latere leeftijd veranderde dit door juist net te doen alsof niet me wat deed. Ik voelde me totaal niet op mijn gemak binnen het gezin en besloot op zoek te gaan naar een andere roedel om wel gewaardeerd te worden. Deze zoektocht vond buitenshuis plaats.
Ik was op zoek naar een andere, ‘’nieuwe’’ familie om bij te horen. Het emotionele gat in mezelf wilde ik opvullen. Ik sloot me bij verschillende groeperingen aan, die de familie functie overnamen. Denk hierbij aan groepen die bestonden uit de plaatselijke voetbal hooligans, de blowers in de coffeeshop, de hanggroep jongeren op straat of de stoere jongens op school. De overeenkomst tussen al deze sub groepen was, dat ze me een schijn familie boden waaraan ik me kon optrekken en een plek binnen de maatschappij kon innemen. Om een veilige plek te veroveren binnen deze groeperingen creëerde ik een gemaakte identiteit. Om me zo goed mogelijk aan te passen aan de gedragscodes die hoorden bij de verschillende groepen veranderde mijn gedrag enorm. Ik deed alles wat nodig was om in het pulletje te vallen. Tijdens dit proces raakte ik steeds verder verwijderd van mijn ware zelf.
Het koste me moeite om mij continu te gedragen naar de maatstaven van de belevingswereld in deze subgroepen omdat er veel dingen haaks stonden op mijn ‘’normale’’ kern normen en waarden. Daar tegenover voelde het geweldig om samen rebels te zijn, tegendraads te doen en tegen de maatschappij en iedere vorm van gezag aan te trappen. Het vertrouwde gevoel van chaos, destructie, onrecht en onbegrip maakte dat ik veelal vanuit mijn innerlijke verdriet dat zich uitte in woede, acties uithaalde om een volwaardig lid te zijn van bovenstaande gezelschappen.
Het gebruik van drugs en drank sloop vrij snel in mijn routine. Ik paste me immers aan, aan mijn omgeving. Zoals een spreuk luid in de fellowship ‘’als je elke dag bij de kapper gaat zitten, word je vanzelf geknipt’’. In mijn omgeving was het normaal dat men dag en nacht onder invloed was. Binnen een mum van tijd werd dit ook de norm in mijn leven. Doordat mijn gebruik zeer intensief werd veranderde mijn denken en doen in extreme mate. Ik vervreemde compleet van mezelf omdat ik vond dat ik stoer, gek, grappig of wijs moest overkomen om geaccepteerd te worden. Dit alles gebruikte ik ook om de illusie in stand te houden van het beeld dat ik van mezelf bij de anderen had gecreëerd. Dit leverde vele bizarre gedragingen op onder invloed. Vaak schaamde ik me voor mijn gedrag als ik de volgende dag nuchter wakker werd ik me naderhand als ik nuchter was. Naar verloop van tijd kon ik niet meer functioneren zonder mijn dagelijkse hoeveelheid drank/drugs.
Genotsmiddelen veranderde naar levensmiddelen en daarna zelfs naar overlevingsmiddelen. Verslaving had me te pakken. Ik deed er alles aan om aan geld te komen om mijn dagelijkse dosis verdovende of oppeppende middelen te bekostigen. Voorbeelden hiervan zijn agressief gedrag vertonen naar mijn familie of zelfs dreigen met zelfmoord als ik geen geld kreeg van mijn ouders, geld stelen, geld lenen, lege flessen inleveren voor statiegeld. The list goes on and on. Ik leefde een dubbel leven waarin verslaving, waanzin en leugens mij tot wanhoop dreven. Ik zat gevangen in een wereld die ik zelf had gecreëerd met geen zicht op een uitweg. Ik acteerde in een voorstelling genaamd’’ een schim van jezelf in de verloren schijnwereld’’
Ik wilde een goede broer, zoon, collega en vriend zijn maar kon dit op wilskracht niet voor elkaar krijgen. Na jaren knetter hard proberen ‘’normaal’’ mee te doen met de maatschappij was ik op. Het mes had aan twee kanten gesneden. De dagelijkse overlevingsstand had zijn tol ge-eist. Ik kwam tot de conclusie dat ik niet kon leven zonder mijn verslaving voorgoed de nek om te draaien. Het was tijd om de kudde met zwarte schapen te verlaten voor een nieuwe horizon
Ik vroeg om hulp en kwam in een 12-stappen kliniek terecht. Eenmaal binnen vond ik een nieuwe familie waar ik me vanaf dag één thuis voelde. De herstel familie. In deze familie mocht ik mezelf zijn zonder al die rare fratsen in gebruik. In de meetings die ik na de kliniek vrijwillig ben gaan bezoeken heb ik een netwerk gevonden waar ik hoop, moed en liefde van kreeg om elke dag mezelf meer te ontdekken. Als ik pijn, verdriet, wanhoop, zucht of juist geluk of euforie ervaarde mocht ik dat met hen delen. Ik hoef voor deze mensen met niet anders voor te doen om geaccepteerd te worden. Maar mag helemaal mezelf zijn. In plaats van stoer te doen mocht ik me kwetsbaar en eerlijk opstellen. Na jaren van proberen iemand anders te zijn zonder succes heb ik mogen onderzoeken en ontdekken wie ik ben en mag ik werken aan wie ik wil worden.
Dankzij de steun van mijn nieuwe familie van herstellende verslaafden oftewel fellows genoemd ontvang ik de liefde, aandacht en zorg die ik vroeger miste om op een gezonde en volwassen manier met het leven om te gaan. Zij geven mij het schouderklopje als ik goed doe, bieden troost als ik pijn of verdriet heb en geven me een schop onder me hol als ik even gecorrigeerd moet worden. Zonder oordeel helpen ze mij naar hun beste kunnen. Zij bieden mij de echte troost en het zelfvertrouwen die drank en drugs mij beloofde maar nooit waarmaakte.
Zij geven mij de liefde die ik nodig heb om clean te blijven en niet meer weg te lopen voor mijn verantwoording. De moed om mijn angsten aan te gaan en leren trots te zijn op mijn successen. Als ik vragen heb omdat ik niet weet hoe ik met het leven om moet gaan kan ik bij hen terecht voor advies. Zij zijn mijn klankbord, mijn spiegelbeelden, bij hen voel ik de warmte van een hechte familie.
Dankzij hen ben ik geworden wie ik ben. De echte ik, zonder maskers en angst voor afwijzing. Samen krijgen we voor elkaar wat mij in me eentje niet lukte. Een fijn, vrij en gelukkig leven zonder afhankelijkheid van drugs en drank.
Bij hen voel ik me geen wees, maar kom ik thuis.